-
Op deze themapagina vindt u antwoord op enkele vragen over de invloed van alcohol op de lever.
I. Welke rol heeft de lever bij de afbraak van alcohol?
II. Welke effecten heeft alcoholgebruik op het functioneren van de lever?
III. Welke leverziekten kunnen ontstaan bij langdurig gebruik?
IV. Wat zijn de risicofactoren?
V. Welke behandelingen zijn er?
-
De alcohol die iemand drinkt komt via de mond en de slokdarm in de maag terecht. Een klein deel, zo'n 10%, wordt daar omgezet. De rest komt onverteerd, dus in pure vorm, in de bloedbaan terecht en wordt vervolgens verdeeld over het lichaamsvocht van de drinker.
Het lichaam gaat meteen aan de slag om de alcohol in het bloed af te breken. Dat gebeurt in de lever. De lever doet er anderhalf uur over om de hoeveelheid alcohol in één glas bier, wijn of gedistilleerd te “verwerken”. Eerst vindt er een omzetting plaats naar aceetaldehyde. Dat is een giftige stof, giftiger nog dan pure alcohol. De omzetting van alcohol in aceetaldehyde gebeurt door het enzymsysteem alcoholdehydrogenase (ADH). In een tweede stap wordt de aceetaldehyde op zijn beurt door het enzym aldehydedehydrogenase (ALDH) omgezet in acetaat. In een derde stap wordt het acetaat door de lever afgebroken tot kooldioxide en water. Die stoffen raken we uiteindelijk kwijt, vooral via de urine, via transpiratie en een beetje via de adem.
Er zijn naast ADH nog twee andere enzymsystemen die alcohol tot aceetaldehyde kunnen afbreken: het Katalasesysteem en het Microsomale Ethanol Oxiderende Systeem (MEOS). Dat zijn ’reservesystemen’, ook gesitueerd in de lever, die bij matig gebruik een klein beetje pure alcohol helpen afbreken en die vooral te hulp komen bij zwaar en chronisch alcoholgebruik. Overigens heeft de inzet van het MEOS wel negatieve effecten. Het eiwit dat hierbij betrokken is, wordt in verband gebracht met de activering van kankerverwekkende reactieve zuurstofverbindingen.
-
Bepaalde cellen in de lever (de stellate cellen) scheiden ontstekingsbevorderende stoffen uit wanneer ze in aanraking komen met alcohol. Hierdoor functioneren de gewone levercellen minder goed, gaan dood of vormen littekenweefsel. Door deze beschadigingen verlopen de normale functies van de lever minder goed. Ook kunnen water, eiwitten en vetten zich gaan ophopen in de levercellen wat nog meer ontstekingen en functieverlies veroorzaakt.
Alcohol heeft een sterk vetoplossend vermogen. Omdat de buitenste laag van cellen is opgebouwd uit vetten kan het delen hiervan oplossen. Maar ook delen die in deze buitenste laag zitten en verantwoordelijk zijn voor de bescherming en communicatie van cellen kunnen worden aangetast.
Bij het afbreken van alcohol worden processen die energie leveren tijdelijk stopgezet. Om toch energie te verkrijgen gaan de levercellen over op alternatieve energie routes waardoor de zuur-base balans in het lichaam kan worden verstoord. Het bloed wordt iets zuurder. Een pH schommeling van 0.1 kan bewustzijnsverlies tot gevolg hebben. Echter wordt deze balans meestal op tijd door het lichaam hersteld. Ook wordt door de energieverstoring niet alle energie efficiënt gebruikt. Overgebleven energie wordt omgezet in vet waardoor de lever vetter wordt.
Ook de afbraakproducten van alcohol hebben een schadelijk effect. Het eerste afbraakproduct van alcohol, acetaldehyde, verblijft maar korte tijd in het lichaam omdat het snel in het tweede afbraakproduct acetaat wordt omgezet. Maar in deze korte tijd wordt cel- en weefselschade aangericht doordat acetaldehyde een mutagene stof is. Eveneens reageert acetaldehyde met eiwitten, vetten en DNA en vormt reactieproducten die kankerverwekkend kunnen zijn. Acetaat is minder schadelijk dan acetaldehyde en kan door het lichaam gebruikt worden voor het genereren van energie. Ook is gebleken dat zowel acetaat als acetaldehyde ontstekingen veroorzaken.
Naast de schadelijke effecten van alcohol en de afbraakproducten acetaldehyde en acetaat, kan er schade ontstaan door bijproducten die ontstaan bij de afbraak van alcohol. Er komen namelijk stoffen vrij, de zogenaamde oxidanten, die ongewenste reacties met het lichaam aangaan. Hierdoor kunnen eiwitten, DNA en vetten beschadigd raken.
Wanneer bepaalde bacteriën dood gaan, komt LPS vrij, een giftige stof. Zonder alcohol komt LPS niet of in mindere mate in het bloed terecht. Maar alcohol vergroot de openingen waarmee de darm in contact staat met de bloedvaten. Door alcoholconsumptie komt er dus meer van het giftige LPS uit bacteriën via het bloed terecht in de lever. In mensen die veel alcohol drinken, worden daarom verhoogde hoeveelheden van dit gif gevonden.
Op de lange termijn kan matig en zwaar dagelijks alcoholgebruik ernstige schade aan je lever veroorzaken. Het gaat om leververvetting, alcoholische hepatitis, fibrosering en levercirrose, leverkanker en hepatische encefalopathie. Deze ziekten eigenlijk opeenvolgende stadia van alcoholische leverschade:
Overmatig alcoholgebruik kan een opeenhoping van vet in de lever veroorzaken, zodat een vetlever ontstaat. De vetlever is vaak een vrij symptoomloze aandoening. Sommige patiënten hebben last van vage pijn rechtsboven in de buik. Steatose komt nogal eens aan het licht als uit laboratoriumonderzoek blijkt dat de leverwaardes (ASAT, ALAT, GAMMA GT) zijn verhoogd. Als meer dan 30% van de lever vervet is, is dat ook echografisch te zien. Een leververvetting kan ook aangetoond worden met een leverbiopsie.
Eén op de drie stevige drinkers die leververvetting hebben, krijgt hepatitis. Dan is de lever ontstoken als gevolg van alcoholgebruik. Ontstekingen geven in tegenstelling tot leververvetting wel schade aan de lever. Acute hepatitis kan optreden na grote hoeveelheden alcohol, meestal in combinatie met gedurende langere tijd slecht eten, een infectie, braken of diarree. Patiënten hebben een vergrote, pijnlijke lever. Jeuk komt ook wel voor. Bij laboratoriumonderzoek worden forse leverfunctiestoornissen gevonden. Soms treedt ook geelzucht op. Alcoholische hepatitis kan ook sluipend ontstaan. Ongeveer 30% van de mensen met alcoholhepatitis overlijdt hieraan.
Leverafwijkingen blijven vaak lang onopgemerkt en komen pas aan het licht wanneer er daadwerkelijk levercirrose is ontstaan. Eerst ontstaat als gevolg van ontstekingen littekenweefsel in de lever (dat noemt men fibrosering). Als er heel veel littekenweefsel is gevormd sterven de levercellen af. De lever kan dan niet meer functioneren. Dan is er sprake van levercirrose. Levercirrose ontstaat geleidelijk, is niet te genezen en is levensbedreigend.
Volgens de Global Burden of Disease Study stierven in Nederland in 2021 naar schatting 1.214 mensen aan de gevolgen van cirrose. In 684 gevallen was deze cirrose alcoholgerelateerd. Dat betekent overigens ook dat bij een deel van de overledenen aan levercirrose, er geen verband was met overmatig alcoholgebruik.
In een cirrotische lever kan een primair levercelcarcinoom (leverkanker) ontstaan. Mensen met chronische leverziekte of cirrose hebben 20 tot 25% kans om binnen 10 jaar na de diagnose, leverkanker te krijgen. Maar leverkanker kan ook ontstaan als rechtstreeks gevolg van leververvetting zonder dat er sprake is geweest van leverontstekingen of levercirrose.
Het aantal nieuwe leverkankergevallen bedraagt zo'n 1.000 per jaar. De overlevingskans is laag. Volgens de Global Burden of Disease Study kwamen in 2021 naar schatting 388 mensen te overlijden aan leverkanker mede veroorzaakt door het gebruik van alcohol.
Stevige drinkers met een leverziekte lopen risico op hersenschade. Indien de lever als gevolg van cirrose niet meer voldoende functioneert bestaat namelijk kans op hepatische encefalopathie. Klachten ontstaan geleidelijk en omvatten allerlei neuropsychiatrische verschijnselen zoals geestelijke achteruitgang, verwardheid en desoriëntatie. Uiteindelijk kan zelfs een coma ontstaan. Waarschijnlijk is een verhoogd ammoniakgehalte de belangrijkste factor, hoewel andere afbraakproducten ook een rol kunnen spelen.
Er is duidelijk een dosis respons relatie tussen de hoeveelheid die iemand drinkt en het ontwikkelen van alcoholische leverziekten. We weten dat een gezonde lever licht alcoholgebruik kan verwerken, maar ook dat 90% van de mensen die jarenlang dagelijks matig tot zwaar drinken, leververvetting krijgt en 10 tot 35% van de dagelijkse zware drinkers zelfs ernstiger leveraandoeningen. Extreem veel drinken in kortere tijd (vooral in combinatie met slecht eten) is eveneens schadelijk. Dit kan leiden tot een acute alcoholische hepatitis.
Onderzoek heeft aangetoond dat het consumptiepatroon (hoger risico bij binge drinken) en mogelijk ook het soort alcoholhoudende drank (hoger risico bij drinken van gedistilleerd) een rol spelen. Ook het drinken van alcohol buiten de maaltijden om verhoogt de kans op het krijgen van alcoholische leverziekte, omdat de alcohol dan minder gelijkmatig in het bloed wordt verdeeld en het bloedalcoholgehalte hoger is.
Erfelijke factoren spelen eveneens een rol bij het krijgen van een alcoholische leveraandoening. Vrouwen lopen daarnaast meer risico dan mannen, evenals mensen die zowel alcohol drinken als roken. Overgewicht en diabetes type 2 zijn ook risicofactoren.
Een vetlever kan komen door veel alcohol drinken, maar eveneens door diabetes of te zwaar zijn. De enige manier om het vet uit de levercellen te krijgen is de oorzaak weghalen. Als de leververvetting komt door alcoholgebruik, dient die dus te worden gestaakt. Doe je dat, dan zijn de levertesten na 1 maand al beter. Meestal verdwijnt het opgestapelde vet na enkele maanden zonder alcohol. De levercellen hoeven van steatose geen blijvende schade te ondervinden.
Ook bij alcoholische hepatitis is het devies: stoppen met alcohol-inname. Bij een acute alcoholische hepatitis worden medicijnen gegeven die de ontsteking kunnen afremmen. Er zijn ook experimenten met infusen met infliximab.
Patiënten met levercirrose hebben slechts een geringe kans op herstel, maar het proces van fibrose kan geremd worden. Daartoe wordt patiënten geadviseerd volledig en definitief te stoppen met het gebruik van alcohol. Is er sprake van ondervoeding, dan wordt een eiwitrijke, energierijke voeding geadviseerd. Extra vitaminen en mineralen zijn alleen nodig als er tekorten zijn. Artsen zijn meestal terughoudend met slaap- en kalmeringsmiddelen.
Soms krijgen patiënten met een zo ernstige levercirrose dat de lever niet meer voldoende functioneert een levertransplantatie. Dat geldt ook voor patiënten met vroege stadia van leverkanker. Meestal is wel de voorwaarde dat de patiënt een stabiele sociale situatie heeft en al een half jaar geen alcohol gebruikt. Voorts mag er geen andere orgaanschade zijn buiten de lever. De resultaten zijn relatief goed. Na een levertransplantatie kan men in principe licht alcohol gebruiken, tenzij de behandelend specialist anders adviseert.
De schadelijke effecten van alcohol op de lever (factsheet). Utrecht, STAP, 2013..
Wat is het effect van een maand lang geen alcohol drinken op je lichaam?.
Zo gezond is alcohol niet!.
1. An, L., Wang, X.D. and Cederbaum, A.I. Cytokines in alcoholic liver disease. Archives of Toxicology 86 (2012) 9, 1337-1348.
https://doi.org/10.1007/s00204-012-0814-6.
2. Askgaard, G., Kjaer, M.S. and Tolstrup, J.S. Opportunities to prevent alcoholic liver cirrhosis. American Journal of Gastroenterology 114 (2019) 2, 221-232.
http://doi.org/10.1038/s41395-018-0282-6
3. Bellentani, S., Saccoccio, G., Costa, G. et al. Drinking habits as cofactors of risk for alcohol induced liver damage. Gut 41 (1997) 6, 845-850.
http://dx.doi.org/10.1136/gut.41.6.845
4. Brandish, E. and Sheron, N. Drinking patterns and the risk of serious liver disease. Expert Review of Gastroenterology and Hepatology (2014) 249-252.
https://doi.org/10.1586/egh.10.27
5. Crabb, D,W. Pathogenesis of alcoholic liver disease: newer mechanisms of injury. Keio Journal of Medicine 48 (1999) 4, 184-188
6. Cubero, F, and Nieto, N. Kupffer cells and alcoholic liver disease. Revista Espanola de Enfermedades Digestivas 98 (2006) 6, 460-472.
7. Ding, C., Ng Fat, L., Britton, A. et al. Binge-pattern alcohol consumption and genetic risk as determinants of alcohol-related liver disease. Nature Communications 14 (2023) 8041.
https://doi.org/10.1038/s41467-023-43064-x
8. Global Burden of Disease Study 2019. Global burden of 87 risk factors in 204 countries and territories, 1990–2019: a systematic analysis for the Global Burden of Disease Study 2019. Lancet 396 (2020), 1223–1249. Supplementary appendix 2b (Part 2 of 2).
https://doi.org/10.1016/S0140-6736(20)30752-2
9. Guo, R. and Ren, J. Alcohol and acetaldehyde in public health: from marvel to menace. International Journal of Environmental Research and Public Health 7 (2010) 4, 1285-1301.
http://www.doi.org/10.7759/cureus.5082
10. Kerr, W.C., Fillmore, K.M. and Marvy, P. Beverage specific alcohol consumption and cirrhosis mortality in a group of English-speaking beer drinking countries. Addiction 95 (2000) 3, 339-346.
https://doi.org/10.1046/j.1360-0443.2000.9533394.x
11. Lieber, C.S. The discovery of the microsomal ethanol oxidizing system and its physiologic and pathologic role. Drug Metabolism Reviews 36 (2004) 3-4, 511-529.
https://doi.org/10.1081/DMR-200033441
12. Liu, Y., Sun, Z., Wang, Q. et al. Contribution of alcohol use to the global burden of cirrhosis and liver. Hepatology International (2023).
https://doi.org/10.1007/s12072-023-10503-2
13. Lu, X.-L, Luo, J.-Y., Tao, M. et al. Risk factors for alcoholic liver disease in China. World Journal of Gastroenterology 10 (2004) 16, 2423-2426.
http://doi.org/10.3748/wjg.v10.i16.2423
14. Majeed, M.B., Agrawal, R., Attar, B.M. et al. Safety and efficacy of infliximab in severe alcoholic hepatitis; a systematic review. Cureus 11 (2019) 7, e5082.
http://dor.org/10.7759/cureus.5082
15. Mandal, P., Pritchard, M.T. and Nagy, L.E. Anti-inflammatory pathways and alcoholic liver disease: role of an adiponectin/interleukin-10/heme oxygenase-1 pathway. World Journal of Gastroenterology 16 (2010) 11, 1330-1336.
https://doi.org/10.3748/wjg.v16.i11.1330
16. Massey, V.L. and Arteel, G.E. Acute alcohol-induced liver injury. Frontiers in Physiology. 3 (2012).
https://doi.org/10.3389/fphys.2012.00193
17. Mathurin P, Hadengue A, Bataller R. et al. EASL Clinical Practical Guidelines: Management of Alcoholic Liver Disease. Journal of Hepatology 57 (2012) 2, 399-420.
https://doi.org/10.1016/j.jhep.2012.04.004
18. Nieto, N. A systems biology approach for understanding the collagen regulatory network in alcoholic liver disease. Liver International 32 (2012) 2, 189-198.
https://doi.org/10.1111/j.1478-3231.2011.02573.x
19. Pal, P. and Ray, S. Alcoholic liver disease: a comprehensive review. European Medical Journal 1 (2016) 2, 85-92.
20. Peoples, R.W., Chaoying, L, and Weight, F.F. Lipid vs protein theories of alcohol action in the nervous system. Annual Review of Pharmacology and Toxicology 36 (1996) 1, 185-201.
https://doi.org/10.1146/annurev.pa.36.040196.001153
21. Roerecke, M., Vafaei, A., Hasan, O.S. et al. Alcohol Consumption and Risk of Liver Cirrhosis: A Systematic Review and Meta-Analysis. American Journal of Gastroenterology 114 (2019) 10, 1574-1586.
https://doi.org/10.14309/ajg.0000000000000340
22. Seth, D., Haber, P.S., Syn, W.K. et al. Pathogenesis of alcohol induced liver disease: Classical concepts and recent advances. Journal of Gastroenterology and Hepatology 26 (2011) 7, 1089-105.
https://doi.org/10.1111/j.1440-1746.2011.06756.x
23. Setshedi, M., Wands, J,R. and Monte, S.M. de la. Acetaldehyde adducts in alcoholic liver disease. Oxidative Medicine and Cellular Longevity 3 (2010) 3, 178-185.
24. Szabo, G. and Bala, S. Alcoholic liver disease and the gut-liver axis. World Journal of Gastroenterology 16 (2010) 11, 1321-1329.
https://doi.org/10.3748/wjg.v16.i11.1321
25. Wang, H.J., Gao, B., Zakhari, S. et al Inflammation in alcoholic liver disease. Annual review of Nutrition 32 (2012) 1, 343-368.
https://doi.org/10.1146/annurev-nutr-072610-145138
26. Yu, H.S., Oyama, T., Isse, T. et al. Formation of acetaldehyde-derived DNA adducts due to alcohol exposure. Chemico Biological Interaction 188 (2010) 3, 367-375. https://doi.org/10.1016/j.cbi.2010.08.005
Takkenberg: alcoholgebruik is te normaal geworden (30 augustus 2024)
Lobby Schotse alcoholindustrie: géén gezondheidswaarschuwingen op etiketten! (10 maart 2024)